Verhalen Deel 8 – Goede zorg voor poes Micky
Met tassen vol boodschappen loop ik net de supermarkt uit als mijn telefoon gaat. Een onbekend nummer. Snel even de tassen neerzetten en opnemen. Het kan altijd een overlijden zijn en dus de start van een nieuwe uitvaart.
Ik hoor wat gekraak en gerommel: “Hallo, kunt u mij horen?”. “ Ja hoor ik kan u horen”, zeg ik. “Ja, met mevrouw Velzenboer uit Berkel en Rodenrijs, “Ik heb een vraag”. “Zegt u het maar”, zeg ik. “U doet toch in begrafenissen?”, vraagt ze. “ Ja, dat klopt”, zeg ik. Het is even stil aan de andere kant van de lijn. Dan zegt ze: “nou ik dacht zo, ik ben alleen en ook een dagje ouder en nog best wel gezond hoor, maar je weet maar nooit wanneer het je tijd is en wie er dan over je beslist.” Het is weer even stil en dan vervolgt ze: “Zou het mogelijk zijn om met u het een en ander op papier te zetten?”. “Ja, dat kan zeker”, zeg ik. “Dat is fijn”, zegt ze opgelucht: “laten we dat dan maar een keertje doen”.
Twee weken later heb ik een afspraak bij mevrouw Velzenboer thuis. Ze wacht me al op vanuit de galerij van haar flat. Vriendelijk schud ze mij de hand. Ik loop achter haar aan de keuken in. “Wilt u koffie met een speculaasje”?, vraagt ze. “Ja lekker”, zeg ik. Terwijl ze koffie zet zegt ze: “Ik ben blij dat u er bent, ik denk er al jaren aan om eens wat op te schrijven maar het komt er steeds niet van”. Als ze zelf ook zit kruipt haar poes meteen op schoot en begint kopjes te geven. “ Ja, ja, je krijgt zo eten”, zegt ze liefdevol. “Dit is Micky, het is er één hoor”. Mevrouw begint te vertellen dat ze nooit getrouwd is geweest, “het is er gewoon niet van gekomen”. Ze heeft één zus, “die is hulpbehoevend, ik ga er nog wekelijks langs”.
Ze heeft ook nog één verre neef en een paar oudere vriendinnen waar ze wekelijks mee kaart: “maar ja, daar praat je niet mee over zulke dingen”. “Kortom, ik wil m’n zaakjes op orde hebben voor ik dood ga”, zegt ze: “Niet dat het nu aan de orde is, maar toch”. Zo leg ik samen met mevrouw Velzenboer al haar wensen vast over haar begrafenis. Wel of geen pastoor vraagt ze zich af, “je ziet hem nooit” en over muziek en een kleine dienst “want, er zullen wel niet veel mensen komen…”. Dan is het even stil en zegt ze: “U zult het misschien wel gek vinden, maar…stel dat Micky mij nu overleeft en ze aait hem nog eens over zijn bolletje: “wat moet er dan met het beestje? Het dierenasiel is hier vlak in de buurt, dat zijn aardige mensen”. De poes is belangrijk voor haar ,dat is duidelijk. “Als ik dood ben wil ik dat het beetje geld dat overblijft naar het dierenasiel gaat die mijn poes opvangt”.
Nu ze dit gezegd heeft zie ik een glimlach op haar gezicht. “Dit geeft al een beetje rust”, zegt ze, “ik ben daar blij mee”. En zo wordt poes Micky ook meegenomen in haar uitvaartwensen.
Na het gesprek loop ik de galerij van de flat op. Aan het eind draai ik nog even om. Ze zwaait me nog steeds na. Wat zijn dit soort gesprekken toch waardevol!, denk ik en wat heb ik toch een mooi vak!