VERHALEN – Deel 11: Maar dan wel in mijn eigen auto
Vader John rijdt zijn dochter Ilse iedere week naar paardrijles twee dorpen verderop. Ook brengt hij Ilse en haar team vaak naar wedstrijden van de volleybal en bij regen knijpt hij weleens een oogje toe en rijdt haar even snel naar school.
Ilse is 15 jaar en de wereld ligt aan haar voeten, geen zorgen over morgen, genieten van iedere dag, zoals dat hoort op je 15-de.
Tot door een noodlottig ongeval haar leven stopt.
Als ik langs kom bij de ouders zijn ze in shock, hun wereld is totaal ingestort.
Vrienden worden ontvangen, verhalen worden gedeeld. Er wordt gehuild en getroost. En dan moet er een gesprek op gang komen om haar uitvaart te regelen. Eigenlijk is dat haast niet te doen.
Op een bepaald moment komt het gesprek toch op gang en bespreek ik met de ouders hoe ze Ilse willen overbrengen van huis naar het crematorium. Vader John veert op en zegt direct: “dat ga ik zelf doen”. Hij kijkt mij aan en vraagt: “als dat mag?” Gelijk antwoord ik hem: “ja, dat mag. Niets in de wet zegt daar iets over”.
‘Dat wil ik dan!’, zegt hij en schiet vol. Even is hij stil en zegt dan: ‘Ik heb haar altijd weggebracht, naar sport, school, naar vrienden. Nu kan ik haar zelf nog één keer wegbrengen en dat wil ik graag doen!’ Het is een ontroerend moment.
Het is ook mooi te zien hoe vader John gelijk in actie komt. Hij regelt met een bevriende garagehouder dat de rechtervoorstoel uit de auto wordt gehaald zodat de kist van Ilse erin past. En gelukkig, het past allemaal net.
Op de dag van de uitvaart rijdt John Ilse in zijn eigen auto. Moeder Diana en broer Jochem zitten naast haar, gebukt, achterin. Ja, vandaag even zonder veiligheidsgordels, anders lukt het niet.
Na afloop tijdens een borrel met familie en vrienden zegt John het nogmaals tegen mij: “Dit is het beste besluit dat ik deze week genomen heb!”