VERHALEN – Deel 10: Wil jij mijn dode opa zien?
Yoeri, een jongetje van een jaar of 8 is zeer betrokken bij het overlijden van zijn opa. Hij zit aan de keukentafel te kleuren als ik langskom om de uitvaart te regelen. Hij kijkt mij met een schuin oog aan en zegt al snel: “Ik vind het helemaal niet leuk hoor dat opa dood is”. Ik vraag hem of hij opa lief vindt? “Ja, opa is de allerliefste opa die er is”, zegt hij.
Opa heeft een biljarttafel. De familie besluit opa thuis op te baren en zo wordt hij met de kist op het biljart geplaatst.
De volgende dag kom ik weer langs om nog wat dingen door te spreken. Yoeri zit opnieuw aan tafel te kleuren. Hij ziet mij en vraagt direct: “Wil jij mijn dode opa zien?”
“Ja, dat wil ik wel”, zeg ik. Hij loopt met grote stappen voor me uit, klimt op het biljart, leunt met zijn armen over de open kist en zegt: “dit is mijn dode opa”.
De hele week blijft hij dat doen, ook als er andere mensen komen. Op de dag van het afscheid heeft hij samen met andere familieleden de kist beschilderd. Hij zit op de rand van het biljart serieus en driftig zijn tekening te maken.
Ook bij het afscheid, bij het wegrijden vanuit huis en ook in het crematorium staat hij vooraan. Hij zuigt alles in zich op en wil alles meemaken. Hij vraagt ook honderduit aan z’n vader en moeder waarom dit en waarom dat. En zijn ouders geven overal rustig antwoord op, soms verbaasd over wat er allemaal in hem om blijkt te gaan.
In het crematorium wil de familie ook bij de invoer in de oven zijn. Hij wil ook mee, maar eenmaal daar vindt hij het toch wel heel spannend. Zijn moeder voelt dat goed aan en samen gaan ze naar buiten en wachten daar tot iedereen weer terug is. Hij wil daarna de oven toch nog wel even zien. Hij kijkt er even naar, draait zich om en dan is het goed.
Een paar weken later, bij de evaluatie van de uitvaart, is hij er ook bij. Ik heb twee kinderboeken over de dood meegenomen en laat hem er één uitkiezen. Hij is verrast, kijkt naar de twee boeken en maakt direct zijn keuze.
Hij kiest het boek: “Ik had je nog zoveel meer willen zeggen” van Martine van Nieuwenhuyzen. Over een Das die zijn maatje verliest. Een ontroerend verhaal.
Als ik weg ga zit hij weer te kleuren. Z’n boek ligt naast hem op de grond.